Ieder jaar wordt op 5 mei herdacht dat Nederland in 1945 werd bevrijd. Om de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog nooit te vergeten vinden we in Nederland vele monumenten en musea en worden er, zeker in jubileumjaren, allerlei evenementen georganiseerd. In het Verzetsmuseum in Amsterdam bevindt zich een bijzondere herinnering aan deze periode: hier wordt namelijk de door Mies Boissevain bedachte bevrijdingsrok bewaard.
Mies Boissevain woonde in Amsterdam en zat daar tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Ze werd opgepakt door de Duitsers en naar de kampen in Vught en later Ravensbrück gebracht. Na enige omzwervingen keerde ze na het einde van de oorlog terug naar Nederland. Ze werd lid van het comité dat was opgericht om te bepalen hoe vanaf dat moment nationale feestdagen, waaronder Bevrijdingsdag, gevierd zouden gaan worden.
Herdenken en vieren
Uit eigen ervaring kende Mies Boissevain het leed dat de oorlog bij velen teweeg had gebracht. Haar eigen man en twee zonen hadden de oorlog niet overleefd. Zelf had ze de ontberingen in de kampen meegemaakt en wist ze hoe het was om werkelijk niets meer te bezitten. Ze herinnerde zich dat ze in het kamp een das kreeg die gemaakt was van verschillende kledingstukken die bekenden van haar hadden gedragen.
Als enige vrouw in het comité bedacht Mies Boissevain iets waarmee vrouwen hun vreugde over de bevrijding konden uiten. De das uit het kamp was voor haar de inspiratie voor de bevrijdingsrok. In de naoorlogse tijd van schaarste wist ze dat ze met patronen voor kledingstukken, zoals jassen, rokken en truien dames kon betrekken bij het zelf maken van een feestelijke outfit. Het patroon voor de zogenoemde bevrijdingsrok werd over heel Nederland verspreid. Deze rok zou niet alleen tijdens de allereerste herdenking van de bevrijding gedragen worden, maar ook in de jaren daarna.
De symboliek van de bevrijdingsrok
Over het ontwerp had Mies Boissevain goed nagedacht: vanwege de symboliek van de wederopbouw werd de basisrok gemaakt van oud en gebruikt textiel. Deze werd vervolgens versierd met allerlei lapjes stof, bij voorkeur van oude kledingstukken waaraan men een speciale herinnering had. Aan de onderkant van de rok werden driehoeken uit een effen, vaak oranje, stof genaaid. Ieder jaar werd daarop de datum van weer een nieuwe Bevrijdingsdag geborduurd. Vele vrouwen maakten deze rokken, welke nog steeds op diverse plekken in Nederland te bewonderen zijn.